Les 3 - Verzorgingsstaat

De verzorgingsstaat

Nederland is een verzorgingsstaat. In een verzorgingsstaat is het de taak van de overheid om te zorgen voor haar inwoners. In een verzorgingsstaat bestaan allerlei voorzieningen die ervoor zorgen dat inwoners van het land voldoende middelen hebben om te kunnen leven. Die voorzieningen zijn vooral bedoeld voor mensen die zelf niet in staat zijn om geld te verdienen. Een voorbeeld hiervan zijn uitkeringen voor mensen die geen werk kunnen vinden. Ook zorgt de overheid voor onderwijs en gezondheidszorg. Mensen die weinig geld hebben, kunnen dankzij voorzieningen van de overheid toch naar school gaan en zich laten behandelen in het ziekenhuis.

Veel van de voorzieningen in een verzorgingsstaat zijn erop gericht sociale ongelijkheid te verminderen. Sociale ongelijkheid betekent dat belangrijke zaken, zoals inkomen en macht, ongelijk zijn verdeeld. In een samenleving met een hoge mate van sociale ongelijkheid heeft een klein deel van de bevolking de hoge posities en het meeste geld. Andere inwoners van het land hebben weinig invloed en zijn arm. Om dit te voorkomen, bemoeit de overheid in een verzorgingsstaat zich relatief veel met de economie en de samenleving.

 

Belasting

De voorzieningen in een verzorgingsstaat kosten veel geld. Om alle voorzieningen te kunnen bekostigen, betalen de inwoners van Nederland belasting. Belasting is een verplichte bijdrage aan de overheid die in de wet is vastgelegd. Er zijn allerlei soorten belastingen. Zie huishoudboekje van Nederland (politiek-juridische dimensie; onderdeel prinsjesdag).

Je betaalt belasting over het geld dat je verdient. Die belasting noem je inkomstenbelasting. Over producten die je in een winkel koopt, betaal je belasting. Die belasting noem je btw. De btw is vaak in de prijs van een product meegerekend. De overheid verdient dankzij de btw aan alle producten die worden verkocht. Voor sommige producten moet je naast btw ook accijns betalen. Accijns is een extra belasting op producten die schadelijk kunnen zijn voor het milieu of voor de gezondheid. Er wordt bijvoorbeeld accijns geheven op sigaretten, benzine en alcoholische dranken.

Hoe meer geld je verdient, hoe meer belasting je betaalt. Een deel van het belastinggeld wordt besteed aan uitkeringen voor mensen die weinig geld hebben. Zo wordt de sociale ongelijkheid verminderd. De rijkeren betalen belasting aan de overheid en die besteedt dit geld aan de armeren. Dit systeem van herverdeling van inkomen vraagt om een grote mate van solidariteit van burgers. Mensen die geld verdienen, moeten een deel van hun inkomen afstaan aan mensen die minder geld of geen geld hebben.

Sociale zekerheid in Nederland

Mensen die niet meer kunnen werken, omdat ze bijvoorbeeld ziek zijn, hebben in een verzorgingsstaat recht op een inkomen. In Nederland kan deze groep rekenen op het stelsel van de sociale zekerheid. De sociale zekerheid in Nederland bestaat uit sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.

Sociale verzekeringen zorgen ervoor dat je geld krijgt als je om een bepaalde reden tijdelijk of voor een langere tijd geen inkomen hebt. Het geld dat je betaalt voor sociale verzekeringen noem je premie. De sociale verzekeringen bestaan uit werknemersverzekeringen en volksverzekeringen.

Werknemersverzekeringen zijn bedoeld om werknemers te beschermen tegen het risico op inkomensverlies door werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid. In principe zijn alle mensen die in loondienst zijn, beschermd tegen deze risico's. In ruil voor deze bescherming moeten mensen in loondienst premie betalen. Werknemersverzekeringen zijn verplicht voor alle werknemers. Werknemersverzekeringen zijn de Werkloosheidswet (WW), de Ziektewet (ZW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).

Volksverzekeringen zijn bedoeld voor alle mensen die in Nederland wonen of werken. Voor de volksverzekeringen wordt premie geheven. Volksverzekeringen worden net als werknemersverzekering betaald door iedereen die werkt. Volksverzekeringen zijn de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Algemene Nabestaandenwet (ANW) en de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Naast sociale verzekeringen zijn er sociale voorzieningen. Sociale voorzieningen worden met belasting geld betaald. De overheid gebruikt hier het geld voor dat via inkomstenbelasting, btw en accijns binnenkomt. Voorbeelden van sociale voorzieningen zijn de Wajong en de Wet Werk en Bijstand (WWB).

 

De verzorgingsstaat in ontwikkeling

Politieke partijen hebben verschillende ideeën over de mate waarin de overheid zich met de economie en de samenleving moet bemoeien. Sociaaldemocratische partijen zijn voorstander van een uitgebreide verzorgingsstaat. De overheid moet volgens sociaaldemocraten zorgen voor gelijkheid door middel van het herverdelen van inkomen. Liberale partijen zijn voorstander van het beperken van de verzorgingsstaat. Zij vinden de individuele vrijheid van mensen belangrijk. Voor de verzorgingsstaat is veel geld nodig en dat wordt via belastingen geïnd. Liberalen vinden dat dit de vrijheid van burgers beperkt. De overheid zou zich zo min mogelijk moeten bemoeien met de economie en de burgers.

In de twintigste eeuw is de verzorgingsstaat en het stelsel van sociale zekerheid in Nederland steeds verder uitgebreid. Er kwamen steeds nieuwe voorzieningen bij. Deze voorzieningen konden worden betaald, omdat veel mensen werkten en geld uitgaven, waardoor de overheid genoeg belasting en sociale premies kon heffen. Zo had de overheid genoeg geld om alle voorzieningen te betalen. Sinds de start van de crisis in 2008 wordt er aan de verzorgingsstaat gesleuteld.

In de laatste decennia is er kritiek gekomen op bepaalde onderdelen van de verzorgingsstaat. Zo bestaan er twijfels of het stelsel van sociale zekerheid in de toekomst nog wel te betalen blijft. Een belangrijke aanleiding voor deze twijfels is de vergrijzing van de bevolking. Vergrijzing betekent dat het deel van de bevolking dat met pensioen is, groter wordt. Hierdoor krijgen meer mensen AOW. Daarnaast worden mensen ook steeds ouder, waardoor mensen ook langer AOW ontvangen. Tegelijkertijd is er een kleiner gedeelte van de bevolking dat werkt en de premies voor de AOW moet betalen. De kosten nemen toe en zullen door steeds minder mensen moeten worden betaald. 

Participatie samenleving.
In het tweede decennium van de 21e eeuw wordt in Nederland gesproken van een participatiestaat. Dit houdt in dat de overheid, mede onder druk van bezuinigingen, probeert de organisatie van verantwoordelijkheden op sociaal gebied die veel geld kosten elders in de samenleving te leggen. De centrale overheid stoot haar verantwoordelijkheden op het gebied van onder meer zorg en sociale zekerheid steeds verder af. In een participatiesamenleving worden burgers geacht direct verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar. Zo worden er maatregelen genomen die ervoor moeten zorgen dat zoveel mogelijk mensen kunnen werken. Ook zijn de voorwaarden om een uitkering te krijgen aangescherpt. Bovendien worden mensen die een uitkering krijgen, gestimuleerd om werk te zoeken.

Maak jouw eigen website met JouwWeb