Begrippen - Les 2
Arbeidsmarkt
Het geheel van vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten.
Abstracte markt
Een markt waarbij vragers en aanbieders elkaar vaak niet op een vaste plek ontmoeten.
Beroepsbevolking
Alle mensen tussen de 15 en 65 die een baan hebben of zouden willen hebben.
Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat als er onvoldoende vraag is naar bepaalde goederen en diensten.
Economie
Het geheel waarin producten en diensten in de samenleving worden gemaakt, verspreid en gebruikt.
Frictiewerkloosheid
Werkloosheid die ontstaat wanneer de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid niet goed op elkaar aansluiten.
Krappe arbeidsmarkt
De situatie dat de vraag naar arbeid groter is dan het aanbod.
Ruime arbeidsmarkt
De situatie dat het aanbod van arbeid groter is dan de vraag.
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die het gevolg is van het wegvallen van werk in bepaalde seizoenen.
Structurele werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat als het aanbod van banen afneemt, bijvoorbeeld als machines of computers worden ingezet die het werk van mensen overnemen.
Werkgelegenheid
De beschikbare hoeveelheid arbeid voor de beroepsbevolking van een land.
Werkloosheid
De situatie waarbij het aantal werkzoekenden groter is dan de gevraagde hoeveelheid arbeid.
Werkloze beroepsbevolking
Het deel van de beroepsbevolking dat niet of weinig werkt, maar wel op zoek is naar werk
Maak jouw eigen website met JouwWeb